Rots en Water
Rots en Water op de Zevenster
Op de Zevenster wordt Rots en Water aangeboden. Dit gebeurt door drie gecertificeerde trainers. De lessen worden gedurende een periode van 10 weken gegeven. Rots en Water is een psychofysieke training voor jongens en meisjes. Het is een weerbaarheids- en anti pest programma. Het is de bedoeling om leerlingen sociaal vaardig en weerbaar te maken om zo gezamenlijk, met de hele klas en de school een sociaal veilig klimaat te creëren. Veiligheid is een voorwaarde voor groei en ontwikkeling.
Het programma wordt als preventieve interventie ingezet voor zowel de groepen van het so als het vso. Het programma is gekoppeld aan de ced leerlijnen ( zml). Hierdoor is een doorgaande lijn gewaarborgd. Naast de preventieve interventie kan aan leerlingen met specifieke behoeften aangepaste training worden gegeven.
Rots en Water is een psychofysieke didactiek. De fysieke communicatie vormt de basis voor de verbale communicatie. Via het doen ( ervaringsleren) van fysieke oefeningen ( sport, spel en beweging), het inlassen van reflectiemomenten en kringgesprekken wordt een bewustwordingsproces in gang gezet. Dit ervaringsleren sluit goed aan bij de leerlingen die ons onderwijs volgen.
Het programma is gebouwd als een huis. Drie bouwstenen vormen de basis van het huis:
- Zelfbeheersing: Leren om controle te krijgen over eigen emoties, gedachten en daarmee het handelen ( gedrag). In plaats van geregeerd worden door eigen emoties, deze leren herkennen, beheersen en delen met de ander.
Leerlingen kunnen pas keuzes maken als ze rustig en beheerst de situatie kunnen overzien en beoordelen. Dit leren ze door te gronden en te centreren.
– Gronden: leren om stevig te staan.
– Centreren: door je te concentreren op een exact punt in de buik en daar de
adem naartoe brengen, leer je dat daar zowel kracht als rust zit.
Wanneer je gecentreerd bent kun je beter naar je eigen lichaam en naar dat van de ander luisteren:
– Je voelt je eigen (ont) spanning en dat van de ander.
– Je voelt je eigen kracht, grenzen en dat van de ander.
– Je leert samen bewegen ( sport, spel, stoeien).
Deze fysieke communicatie vormt de basis voor de verbale communicatie.
- Zelfreflectie: leren om na te denken over eigen lichaamservaring, gevoelens, gedachten, wensen en handelen. Nadenken over oplossingen voor probleemsituaties.
- Zelfvertrouwen: Weten wat je voelt, wat je wil, wat je kunt en weten hoe je om moet gaan met situaties geeft zelfvertrouwen. Leren om te bewegen vanuit de basis geeft een sterk gevoel en ziet er sterk uit.
Het huis bestaat uit 5 verdiepingen, waarvan de eerste drie verdiepingen worden behandeld:
- Veiligheid: Er zijn regels om de veiligheid te waarborgen: Het Rots en Water programma zet elke leerling in zijn of haar kracht en leert sociale vaardigheden aan om zich binnen zijn of haar omgeving veilig te voelen. Met de Rots & Watergroet tonen we respect voor elkaar. Dit betekent dat we ons aan de regels van het spel houden, elkaar geen pijn doen en rekening houden met de grens van de ander.
Er zijn 4 gouden regels:- Voordat je iemand aanraakt adem je uit en centreer en grond (sterk staan) jij jezelf.
- Voordat je iets tegen een ander zegt adem je uit en centreer en grond (sterk staan) jij jezelf.
- Voordat je een sms’je of WhatsApp naar een ander stuurt adem je uit en centreer en grond (sterk staan) jij jezelf.
- Voordat je een email naar iemand verstuurt adem je uit en centreer en grond (sterk staan) jij jezelf.
- Assertiviteit: Leren om eigen opvattingen en datgene wat je belangrijk vindt te verdedigen. Leren om op een adequate wijze om te gaan met moeilijke situaties en conflicten.
- Sociale vaardigheden: Luisteren naar het eigen lichaam om er vervolgens over te praten. Fysiek contact met de ander en daarna reflecteren op dit contact. Op deze verdieping wordt aandacht geschonken aan o.a. lichaamstaal, afstemmen op de ander, kennen van eigen persoonlijke ruimte, grenzen stellen en de ruimte of grenzen van de ander respecteren.
Er wordt gewerkt met de psychofysieke driehoek: Lichaam en emotie zijn sterk met elkaar verbonden. Emoties uiten zich in lichaamservaringen ( adem, hartslag, temperatuur, etc.). We gaan van lichaamsbewustzijn naar emotioneel bewustzijn en uiteindelijk zelfbewustzijn.
De transfer naar de dagelijkse praktijk wordt geoptimaliseerd door:
- De leiding van de groep is bij de training aanwezig. Zij kunnen de leerlingen stimuleren om de geleerde vaardigheden in de praktijk toe te passen.
- Er wordt toegewerkt naar het oefenen in bijna echte, maar immer veilige, situaties. Vaardigheden worden onder stress uitgevoerd.
- Leerlingen krijgen opdrachten mee om in de praktijk uit te voeren.